Haringparty OVSE

Haringparty OVSE

Haringparty OVSE

Volop energie op zonovergoten Haringparty

Het had geen mooiere dag kunnen zijn voor onze traditionele Haringparty. Op deze zonnige vrijdag 17 juni smaakte de haring bovendien ‘vertrouwd lekker’ en was-ie ‘bijzonder goed gefileerd’. Een uitstekende basis voor zo’n zeventig ondernemers en een aantal genodigde leden van de plaatselijke politiek om weer eens goed met elkaar in gesprek te gaan.

De locatie voor dit evenement was als vanouds bij De Heeren van Maarssen. Onder grote parasols serveerden dames in eigenwijze ‘Volendamse’ klederdracht daar de lekkerste vishapjes en bittergarnituur. Vanachter zijn kraam verzorgde Dirk Donselaar de Hollandse Nieuwe. Heerlijk in stukjes gesneden en dit jaar niet alleen met het vertrouwde snipperuitje, maar ook met parten zure bom en Amsterdamse uitjes on the side.

Bij de meeste aanwezigen gleden de ‘maatjes’ soepeltjes naar binnen. Toch was er ook een enkeling die moest bekennen helemaal niet van haring te houden. Zoals de kersverse D66-wethouder Dick Polman. Wel stoer dat hij zich liet overhalen om er toch eentje te proberen. Zonder uitjes dan, voor de pure beleving.

Speciaal welkom

De nieuwe OVSV-voorzitter Rijchart van Oord, die in april jl. het stokje overnam van Cees van den Oosten, hield een welkomstwoordje. “Geweldig om elkaar na twee jaar corona eindelijk weer live te ontmoeten”, sprak de voorzitter. “Dat is toch wel de kracht van de OVSV: elkaar ontmoeten, verbinden, en als het even kan: zaken doen.”

Zijn speciaal welkom ging naar de net benoemde en herkozen wethouders Karin van Vliet (Streekbelangen), Frank van Liempdt (Lokaal Liberaal), Arjan Wisseborn (VVD) en de eerder genoemde Dick Polman. Met een glas wijn of bier in de hand begaven zij zich, net als een aantal andere bekenden en minder bekenden uit het politieke veld, inmiddels tussen de lokale ondernemers. Burgemeester Ap Reinders was op dat moment nog in aantocht, maar ook hij voegde zich later losjes in het gezelschap.

Op het haringfestijn presenteerden zich deze keer relatief veel zzp’ers. Al dan niet omdat het ZZP-platform Stichtse Vecht zonder voorzitter en een te laag aantal leden helaas niet meer goed verder kan en omdat ook zij samenwerking en verbinding zoeken. Wellicht zorgen de eenpitters ook voor wat verjonging en nieuwe ideeën waarnaar het bestuur van de OVSV op zoek is.

Grappen en grollen
Omdat ‘vis moet zwemmen’ – meer dan eens gehoord – werd het langzaamaan steeds gezelliger op het terras en werd het grapgehalte hoger. Het mooie weer, de versnaperingen en het weerzien na lange tijd deden iedereen zichtbaar en hoorbaar erg goed.

Na deze lange en gezellige bijeenkomst kijken we nu al uit naar de volgende meeting na de zomervakantie. Op donderdag 15 september staat immers de jaarlijkse barbecue gepland bij Goudestein. Met college, gemeenteraad en een aantal uitgenodigde ambtenaren kan er dan door de ondernemers en de politici over en weer volop genetwerkt worden!

Meer lezen?

Meer weten?

©Monique Linnemann Taal & Tekst

‘Lekker in je vel zitten, daar gaat het om!’

‘Lekker in je vel zitten, daar gaat het om!’

Sporten in je huiskamer

‘Lekker in je vel zitten, daar gaat het om!’

Meer lezen?

Op een matje voor de tv in de huiskamer of met een smartphone in de slaapkamer. Zo’n 3500 Nederlanders trainen thuis mee met online personal trainer Jacqueline van Dijk. Met een laagdrempelig programma en een aanstekelijk enthousiasme coacht Jacqueline haar volgers online naar een gezonde leefstijl. Ze vertelt over het belang van bewegen.

Elke dag een paar minuten je lijf in beweging zetten. Kleine moeite, groot effect. Zo begonnen in 2014 de thuistrainingen van de nu 56-jarige Jacqueline van Dijk. De zogenoemde ThuisTrainChallenges, waaraan deelnemers zich een maand of langer verbinden, biedt Jacqueline aan in YouTubefilmpjes, die zij opneemt in haar eigen woonkamer. Haar hond Diesel steevast op de achtergrond.

Online explosie

Dat zij ooit haar trainingen online zou geven, had ze nooit kunnen bedenken. Jacqueline  begon haar carrière als docent lichamelijke opvoeding en stond jaren voor de klas als aerobiclerares. Op haar 27ste startte ze haar eigen onderneming en werd personal trainer bij mensen thuis. Jacqueline: “Het idee voor de online trainingen ontstond toen ik voor mijn klanten filmpjes ging maken om ze tijdens mijn vakantie in beweging te houden. Spontaan zette ik ook een filmpje op Facebook, waar het door mijn ‘vrienden’ massaal werd gedeeld. Toen ik daarna de eerste gratis strakke-buik-challenge online aankondigde, gaven maar liefst 70.000 mensen zich hiervoor op. Ik was stomverbaasd. Of iedereen ook werkelijk heeft meegedaan, weet ik natuurlijk niet. Na nog een gratis maandchallenge voor de billen en eentje voor de benen, waren zóveel mensen enthousiast dat ik dacht: hier kan ik ook een bijdrage voor vragen. Dat werd 5 euro voor een maand dagelijkse trainingen met extra’s zoals voedingstips en een weekmenu.”

“Investeer nú in jezelf, dan heb je er nú profijt van en in de toekomst”

Fit, strakker, slanker en vooral: happy!

Het zijn veelal vrouwen die zich door Jacqueline laten coachen en inspireren. Veertigers vormen de grootste groep, gevolgd door de 60-plussers. Niet alleen komen de spieren met steeds wisselende oefeningen aan bod, ook de inwendige mens krijgt aandacht. Zo is er een gezond weekmenu en krijgen deelnemers via e-mails en sociale media uitleg over nut en noodzaak van bepaalde voedingsmiddelen. Ook is er een besloten Facebookgroep. Deelnemers delen hier trots dat hun training er weer op zit, dat zij flink zijn afgevallen of zich fit voelen. Er is veel onderlinge aanmoediging en ruimte om vragen aan Jacqueline te stellen.

Jacqueline: “Het gaat mij er vooral om dat mensen lekker in hun vel zitten, dat het goed voelt wat ze doen. We hopen allemaal vitaal oud te worden, maar daarin spelen veel factoren een rol. Ieder mens is anders en heeft een andere genetische aanleg. Welke aanpak iemand het beste helpt om gezond te blijven, weet je daarom niet precies. Mijn idee is: laat het dan maar zo fijn mogelijk voelen. Zorg nú goed voor jezelf, dan heb je er in elk geval nu profijt van en hopelijk ook in de toekomst.”

Ken je lichaam

Jacqueline: “Corona heeft ons laten zien hoe kwetsbaar we zijn en dat we met een fit lijf beter bestand zijn tegen indringers als Covid-19. We beseffen dat ons lichaam het belangrijkst is. Mede dankzij de technologie is daardoor een trend ontstaan van registreren en meten. We tellen stappen en kilometers en we houden bijvoorbeeld onze hartslag bij met apps en geavanceerde horloges. Cardioloog Janneke Wittekoek, van wie ik een boek las, pleit ervoor dat iedereen de waardes van z’n eigen bloeddruk, cholesterol en glucose kent. Met deze kennis van je lichaam weet je wanneer je uit de pas gaat lopen. Dan kan je op tijd ingrijpen.”

Wat zijn de voordelen van online trainen?

Weinig tijd, flexibel en voordelig

“Een groot voordeel van de thuistrainingen is dat je zelf je moment kunt kiezen. Het kost je weinig tijd. Een training duurt maar 7 tot 15 minuten. Wie meer tijd en zin heeft, kan een paar trainingen achter elkaar doen. Met die kleine investering worden echt heel veel mooie resultaten gehaald. Meedoen kost per maand 7,50 euro. Dat is voor de meeste mensen goed te doen. Je krijgt elke dag een nieuwe training met extra uitdagingen, zoals een strakke buik- of  (geen)suikerchallenge.

Regelmaat en flow

“Omdat de trainingen maar kort zijn, loop je de volgende dag niet krom van de spierpijn. Dat maakt het makkelijker om vaker mee te doen. Als je regelmatig beweegt, went je lichaam daaraan. Je komt in een flow en je lijf en brein gaan er zelfs om vragen. Dat is een groot voordeel. Maak er een gewoonte van, want van nietsdoen gaan belangrijke lichaamsfuncties achteruit. Het is ook prima als je bijvoorbeeld elke dinsdag en donderdag extra lang gaat wandelen. Lekker bezig zijn, daar gaat het om.”

Peptalk en online community

“De kracht van de online community is de stimulans die je van elkaar krijgt. Het schept een band, die voel ik zelf ook. De reacties op elkaar en op de training – ook als er iets misging – zijn erg fijn. Je bent trouwens niet verplicht om deel te nemen in de groep, het mág. Ik vraag soms om een foto. Bijvoorbeeld van de plek waar mensen 20 minuten powerwalken. Dat was een extra uitdaging van afgelopen maand. Dat werkt heel stimulerend. Ik hoor vaak van deelnemers dat ze mijn peptalk fijn vinden. Omgekeerd werkt dat ook zo. Ik krijg energie van de feedback en de interactie. Als ik de camera aanzet, voelt het alsof ik voor de groep sta. Daarom vind ik het nog steeds leuk.”

 

©Monique Linnemann Taal & Tekst

Met een tallship naar het einde van de wereld

Met een tallship naar het einde van de wereld

Met een tallship naar het einde van de wereld

Antarcticareis met de Nederlandse bark Europa

Met een tallship naar het einde van de wereld
Acht weken op zee, naar de verste en koudste plekjes op aarde. Geen wifi, geen vaste grond onder de voeten. Hagenaar Frank Hoogeweegen (64) stapte aan boord van de bark Europa, een Nederlands tallship uit 1911, en zette voet aan land op Antarctica. Over zijn reis tussen walvissen, zeehonden, hónderdduizenden pinguïns en de mooiste natuurverschijnselen raakt hij niet uitgepraat. “Het was de meest avontuurlijke reis van m’n leven.”

Het is weer even wennen op het Haagse vasteland, vertelt de verwoed zeezeiler een paar dagen na thuiskomst. “Na twee maanden in een wereld die continu beweegt, is hier alles plat en bewegingsloos. Dat voelt nog heel vreemd. Ik merk dat ik moe ben van het 24/7 wachtlopen. Vier uur op, acht uur af. Dag en nacht, weer of geen weer, voor ieders veiligheid gaat dat constant door.”

Frank zeilt al vanaf zijn tiende. Hij had een modezaak in Den Haag waar hij mee stopte na het overlijden van zijn man in 2012. Hij maakte inmiddels vier oceaanreizen, waarvan drie op de bark Europa. Deze winter voer hij op de Europa over de Zuidelijke Atlantische Oceaan. Met nog 60 andere opvarenden, onder wie 16 vaste bemanningsleden, bestierde hij de ruim 100 jaar oude driemaster. Hij stond op de uitkijk voor ijsbergen, aan het roer met slechts wat kompasinstructies (‘90° is naar het oosten, 180° is naar het zuiden’) of kwam vól in actie. “Bij het brassen van de zeilen sta je met vier of vijf man aan een lijn te trekken. Dat is enorm zwaar. Of je gaat zeilen opdoeken op de ra (dwarshout). Best een beetje link, maar ik hou wel van wat actie. Ik heb ook weleens zeilen hersteld. Zo kwam mijn modeverleden nog goed van pas. Hoewel je alsmaar bezig bent en het best spannend kan zijn, word je heel relaxed.”

Thuishaven in Scheveningen

De bark Europa is een groot zeegaand zeilschip van 56 meter lang en heeft zijn thuishaven in Scheveningen. Regelmatig komen tallships vanuit alle windstreken samen op evenementen in grote havens. Daar zijn ze voor een groot publiek te bewonderen. In juni is dat bij Sail op Scheveningen. De rest van het jaar zeilt de Europa over de Atlantische, Stille en Indische Oceaan naar de meest afgelegen gebieden in de wereld. Als meewerkende gast kun je op verschillende plekken opstappen en meevaren voor de duur van negen dagen tot drie maanden.

Zeeziekte hoort erbij

Van 8 februari tot 31 maart zette het schip koers van Ushuaia in Argentinië (de zuidelijkste stad ter wereld) naar Antarctica, en via het vrijwel onbewoonde Zuid-Georgia en het vulkanisch eiland Tristan da Cunha naar Kaapstad, Zuid-Afrika.
Frank: “Aan het begin van deze reis wordt 60 tot 70 procent van de meezeilers zeeziek. Berucht is het stuk over de Drake Passage, de oversteek van vier dagen van Argentinië naar de Zuidelijke Shetlandeilanden. Daar stormt het áltijd, de zee klotst er extreem. Dat komt door de combinatie van lagedrukgebieden en stromingen in dat gebied. Je maag moet wennen aan het voortdurend klotsende water, ‘inslingeren’ noemen ze dat. Zeeziek of niet, de mentaliteit aan boord is: niet lullen, maar poetsen. Als het echt niet gaat, dan ga je op bed liggen. Zeeziekte hoort erbij. Na drie dagen kun je er wel weer tegen.”

Tornado van water

Floortje Dessing voer voor haar tv-programma Floortje naar het einde van de wereld ook over de Zuid-Atlantische Oceaan naar Zuid-Georgia. Zij bezocht daar bewoonster Sarah. Frank: “Je beseft niet wat voor reis je moet maken om er te komen. Vanaf Elephanteiland (Antarctica) is het zeven tot acht dagen varen. Floortje voer mee met een Russisch expeditieschip. Voor ons was aan land komen een expeditie op zích. Toen wij in de buurt kwamen, woei er een steenkoude wind uit de richting van het eiland, windkracht 8/9. Het eiland is één grote gletsjer die de wind accelereert. Je zag hoe een tornado van water werd opgeblazen, supermooi! Het waaide te hard om de baai in te varen. We moesten wachten tot de wind afnam. Bijliggen, heet dat. Op de motor, tegen de wind in, voeren we met een gangetje van 1 knoop richting eiland. De zeilen hadden we één voor één gestreken. Ik stond in de luwte van het dekhuis, kop in de zon, de wind joeg voorbij, grote golven rolden onder het schip door. Adembenemend mooi!”

Hachelijke momenten

Tijdens de reis ga je regelmatig voor anker. Met een rubberboot vaar je naar de wal om daar de natuur te bekijken. Frank: ”Op Zuid-Georgia moesten we ruim anderhalf uur lopen om de macaronipinguïns te zien die op een rotsige ontheemde plek leven. ’Bereid je voor op min 10 tot min 20 graden’, zeiden ze van tevoren. Dan vertrek je met vijf lagen op je lichaam en drie lagen over je benen. Je krijgt zelfs een safetydeken mee. Het kan namelijk gebeuren dat de rubberboot niet aan wal kan komen. Bijvoorbeeld door mist, kruiend ijs of hoge golven, en dan wordt het érg koud!”
Op Antarctica werd de terugtocht met rubberboten naar het schip bemoeilijkt door het donker. Frank: ”Na een mooie wandeling zouden we met 10-12 personen tegelijk in Zodiacs opgepikt worden. Maar na het eerste tochtje – het schemerde al en we stonden met 40 man te wachten – zagen we niet meer waar de boten kwamen aanvaren. De Europa zelf was ook verduisterd. Dat is voor de veiligheid van vogels, die anders op het licht afkomen en op het schip knallen. Seinend met de zaklampen van onze telefoons hebben we elkaar weten te vinden. Dat was wel even spannend.”

Niet voor watjes

Als gast hoef je geen zeilervaring te hebben. Om deel te nemen aan een reis als deze moet je vooral fit en gezond zijn. Je kunt bij calamiteiten niet zomaar van het schip af, ook niet als je een been breekt of een hartaanval krijgt. Frank: “Een helikopter heeft een te kleine actieradius. Je bent vaak 150 tot 300 kilometer uit de kust. Zo ver buitengaats kan een helikopter niet komen.”
Doorzettingsvermogen is ook een nuttige eigenschap aan boord. Frank: “Als je op zo’n varend eiland overgeleverd bent aan de elementen, moet je een beetje een piratenmentaliteit hebben. Je moet aanpakken en doorgaan. Ook als je iemand niet zo leuk vindt of als je het moeilijk hebt, je moet het met elkaar doen. Sommige mensen komen zichzelf tegen, voelen zich ontheemd. Je bent ver weg van de bewoonde wereld en ziet dagenlang alleen maar water om je heen, daar moet je tegenkunnen. Langer dan drie maanden moet je niet op een schip verblijven, dan vervreemd je van de wereld. Overigens is op de Europa alle comfort aanwezig. Er wordt voor je gekookt en je hut, met een lekker bed en warme kleding, is binnen handbereik.”

Internationaal

Mensen van alle leeftijden stappen bij de Europa aan boord: 17-jarigen die nog nooit hebben gevaren tot ervaren zeilers van in de 70. Het gezelschap is internationaal, de voertaal is Engels. Frank: “We hadden een 21-jarige in de groep die een sabbatical van een jaar had. Een paar anderen hadden twee maanden vrij genomen voor deze reis. Met sommige gasten bouw je een vriendschap op, maar omdat iedereen verspreid over de wereld woont, is contact houden wel lastig en het is voor mij niet het belangrijkste.” Frank kijkt terug op weer een onvergetelijke ontdekkingsreis. Zeker niet zijn laatste. “Dat in die gierende ijskou zóveel leven is, dat is onvoorstelbaar. De oceaan is zo onmetelijk groot, de luchten zo mooi en de kleuren niet te beschrijven. Daar krijg ik nooit genoeg van.“

Meer lezen?

©Monique Linnemann Taal & Tekst

Noordzeeboerderij voor Scheveningse kust

Noordzeeboerderij voor Scheveningse kust

Noordzeeboerderij voor Scheveningse kust

Zeewier heeft de toekomst

Zeewier is razend populair. Niet alleen zit deze ‘groente uit de zee’ barstensvol vitaminen en mineralen, het is ook nog eens goed voor het milieu. Tussen de windmolens in de Noordzee, 12 kilometer uit de kust van Scheveningen, is daarom een zeewierboerderij opgezet. Het is een proeftuin van Stichting Noordzeeboerderij. Hier wordt onderzocht hoe je op een duurzame en rendabele manier zeewier kunt telen.

Zeewier houdt de mens vitaal. Het kan geen toeval zijn dat in Japan procentueel de meeste honderdjarigen wonen. Vooral in dit deel van Azië wordt namelijk, naast veel vis, óók veel zeewier gegeten. Je kunt het niet bedenken of zeewier is er goed voor. Het zilte goedje is zowel voor mens als dier een rijke eiwitbron en bevat veel vitamine C en E. Zo is zeewier niet alleen goed voor onze spijsvertering, het verbetert ook de schildklierwerking en verlaagt de bloeddruk. En dat is maar een kleine greep uit de fysieke voordelen voor de mens.

Ook in Europa is men zich bewust van de plussen van deze algen. Als gezonde smaakmaker is ‘de groente uit de zee’ inmiddels toegetreden tot de moderne keuken. Bovendien past zeewier uitstekend in een plantaardig dieet. Redenen voor de opkomst van de zeewierteelt in West-Europa. Zo ook in Nederland. Hier werd in de Oosterschelde in 2013 de eerste zeewierboerderij opgezet.

Goed voor het klimaat

Ondertussen werd al jaren nagedacht over een grootschaligere zeewierteelt op de Noordzee. Temeer omdat zeewier niet alleen een hoge voedingswaarde heeft, maar ook omdat het, net als andere gewassen, CO2 uit de lucht haalt. Als bijvoeding van koeien scheelt het bovendien enorm in de uitstoot van broeikasgas (methaan), zo blijkt Australisch onderzoek met koeien en de mest die zij produceerden. Zeewierteelt kan zo een flinke bijdrage leveren aan de verbetering van het milieu.

Concrete plannen voor de teelt op zee kwamen echter niet van de grond. Wél zouden in de Noordzee over een oppervlakte van 4.000 vierkante kilometer windmolenparken verschijnen. Hierin zagen Eef Brouwers, Job Schipper, Marcel Schuttelaar en Koen van Swam een kans: waarom deze ruimte niet óók voor zeewierteelt gebruiken? Om de duurzame zeewierteelt een boost te geven en het medegebruik van de Noordzee te onderzoeken, riepen de vier pioniers in 2014 de Stichting Noordzeeboerderij in het leven, gevestigd in Den Haag.

Geen land noch zoetwater nodig

Zeewierteelt kent grote voordelen vergeleken met die van andere gewassen, vertelt Koen van Swam, woordvoerder van Stichting Noordzeeboerderij. Koen: “Zeewier heeft geen land nodig én geen zoetwater. Beide zijn schaars. Groenteteelt op het land wordt daardoor steeds moeilijker. Bovendien hoeft zeewier niet bemest te worden en dat scheelt behoorlijk in de belasting van het milieu.”

Tot 2014 werd zeewier in Nederland alleen geteeld op relatief rustig zout water, in de Oosterschelde. Men dacht dat het op open zee niet haalbaar zou zijn. Van Swam: “De zee zou te ruw zijn en het gewas zou gezandstraald worden. Er werd alleen maar gepraat en onderzocht. We wilden het dóen. Gewoon die boel in het water gooien. Daarmee een nieuwe impuls geven aan de ontwikkeling. En dat lukte. Dankzij een crowdfundingsactie konden we bij Texel de eerste kilo op de Noordzee geteelde zeewier oogsten.”

Zeewierplatform

Na het succes van de oogst bij Texel, zette Stichting Noordzeeboerderij het Zeewierplatform op. Het doel: onderzoeken of in Nederland een volwaardige en dus rendabele zeewiersector kan ontstaan. Inmiddels zijn 85 kennisinstellingen (waaronder TNO, Wageningen University & Research, Schuttelaar & Partners), bedrijven in de vis-, voedings- en landbouwindustrie (The Dutch Weedburger, Zeewaar) en een aantal energiebedrijven (Eneco, Nuon) bij het platform aangesloten. Zij delen binnen het platform kennis met elkaar en investeren in de ontwikkeling van de sector. Een uitvloeisel van deze samenwerking is de proefboerderij van 600 hectare voor de kust van Scheveningen: the North Sea Innovation Lab (NSIL). Van Swam: “Hier is in december 2018 suikerwier gezaaid. We kijken hoe het groeit, wat de beste oogstmaand is en welke wisselwerking de teelt met andere organismen heeft.

Kraamkamer

Op het NSIL lopen verschillende pilots en onderzoeken. Koen: “Zo wordt samen met het bedrijfsleven aan innovatieve zaai- en oogstmethodieken gewerkt en met de Universiteit Wageningen doen we ecologisch onderzoek naar de invloed van zeewierteelt op ander zeeleven. Ook de voor- en nadelen van het zeewierboeren tussen de windmolens krijgen aandacht. De windmolens bieden bescherming aan de boerderijen, want er is geen zeevaart tussen de molens. Dat is nuttiger voor de teelt dan je misschien denkt: laatst is onze boerderij op open zee per ongeluk overvaren. De boerderij is een beschutte kraamkamer voor vissen en schelpdieren. De verankering tussen de windmolens is zodanig ontworpen dat het de groei van koraal stimuleert. Zo produceren we met deze ‘multi-use’-boerderijen niet alleen voedsel, maar geven we ook iets terug aan de natuur en trekken we op met de duurzame energiesector. De zeewiersector kan met de ontwikkeling van windmolenparken meegroeien.”

Koken met Zeewier

Suikerwier wordt onder andere gebruikt als voedsel. Je kunt het kopen in gedroogde vorm en toepassen in de keuken en als voedingssupplement. Stichting Noordzeeboerderij bracht er zelfs een kookboek voor uit: Groente uit de zee. Het boek bevat veel informatie over zeewier en algen, beschrijft lekkere en voedzame recepten.

Zaaien

Het zeewier op de Noordzee is afkomstig van inheemse zaden, van zeewier uit de Oosterschelde. De zaden gaan ‘geplakt’ aan lijnen de zee in. Deze lijnen zijn verticaal bevestigd tussen een drijvend rooster van boeien, dat op de bodem verankerd is. De vele drijvers houden het netwerk aan de oppervlakte. Dit is nodig omdat dit zeewier tot een diepte van 5 tot 7 meter groeit. Er liggen 26 lijnen van
7 meter voor de kust in het water.

Groeien

Wereldwijd zijn er wel 10.000 soorten zeewier, verdeeld in 3 stammen: rood-, groen- en bruinwieren. Zij verschillen in hun behoefte aan meer of minder licht, een hogere of lagere temperatuur of hun bestendigheid tegen getijdenwisselingen. In Scheveningen wordt suikerwier (laminaria saccharina) geteeld, een bruinwier dat 4 meter lang kan worden. Het blad is lintvormig, met golvende randen en is geschikt voor de omstandigheden in de Noordzee.

Oogsten

Vier tot vijf maanden na het zaaien wordt het wier geoogst. Dit gebeurt met een schip dat de lijnen oppikt en ze met een katrol naar binnen takelt. Aan boord wordt het wier van de lijnen afgesneden. Het zeewier van het innovatielab in de Noordzee is uitsluitend bedoeld voor onderzoek.

Meer lezen?

©Monique Linnemann Taal & Tekst

Pronken en Ploeteren

Pronken en Ploeteren

Pronken en Ploeteren

STICHTSE VECHT. Bijna niemand weet dat Nederland rond 1700 toonaangevend was op het gebied van tuinen bij kastelen en buitenplaatsen. Reden voor Stichting Groene Parels om over dit groene erfgoed een film en een boek te maken. De lancering daarvan is eind deze maand op landgoed Nijenrode in Breukelen. Zie mijn krantenartikel op de site van Groene Parels.

Meer lezen?

Meer weten?

©Monique Linnemann Taal & Tekst