Zwemkronkels
1 kilometer: 40 baantjes – 20 x heen en weer – 10 x 100 meter – 5 x 200 meter – 4 x 250 meter – 2 x 500 meter… hoe je ook telt, het blijft ’n end. Máár: ik heb het weer gedaan. Aanleiding: de clubkampioenschappen van de triatlonvereniging op mijn vaste zwemavond.
Ik moet altijd wel lachen om het gesprek met mezelf onderweg: “Gewoon lekker zwemmen Mo … oké 200 meter, de kop is eraf, dit nog 4 keer … lange slagen maken … 350 meter, meer dan een derde … kut, tel kwijt … is dit nou 400 of 450? … laat ik maar uitgaan van 400 … haalt-ie me nú al een baan in?? … ahhh… geen beste ‘rondetijd’ … niks pr … gewoon lekker zwemmen, lekker toch…? tóch?? … over de helft … nu stoppen zou wel héél zwak zijn … nog 4 x 100… in het gunstigste geval… … aftellen nu, dat is beter … was het vorig jaar ook zo zwaar? … hij haalt me wéér in! … als hij finisht moet ik nog 100 meter, 4 banen… zucht … tuurlijk zwem ik het uit … leuk is anders … nog 100 dan … kan ik nog iets versnellen? … ik lig nog niet op de bodem … laatste meters … jaaaaaaa! gedaan! … TOPPER!”
©Monique Linnemann Taal & Tekst