Met een tallship naar het einde van de wereld

mrt 27, 2021

Antarcticareis met de Nederlandse bark Europa

Met een tallship naar het einde van de wereld
Acht weken op zee, naar de verste en koudste plekjes op aarde. Geen wifi, geen vaste grond onder de voeten. Hagenaar Frank Hoogeweegen (64) stapte aan boord van de bark Europa, een Nederlands tallship uit 1911, en zette voet aan land op Antarctica. Over zijn reis tussen walvissen, zeehonden, hónderdduizenden pinguïns en de mooiste natuurverschijnselen raakt hij niet uitgepraat. “Het was de meest avontuurlijke reis van m’n leven.”

Het is weer even wennen op het Haagse vasteland, vertelt de verwoed zeezeiler een paar dagen na thuiskomst. “Na twee maanden in een wereld die continu beweegt, is hier alles plat en bewegingsloos. Dat voelt nog heel vreemd. Ik merk dat ik moe ben van het 24/7 wachtlopen. Vier uur op, acht uur af. Dag en nacht, weer of geen weer, voor ieders veiligheid gaat dat constant door.”

Frank zeilt al vanaf zijn tiende. Hij had een modezaak in Den Haag waar hij mee stopte na het overlijden van zijn man in 2012. Hij maakte inmiddels vier oceaanreizen, waarvan drie op de bark Europa. Deze winter voer hij op de Europa over de Zuidelijke Atlantische Oceaan. Met nog 60 andere opvarenden, onder wie 16 vaste bemanningsleden, bestierde hij de ruim 100 jaar oude driemaster. Hij stond op de uitkijk voor ijsbergen, aan het roer met slechts wat kompasinstructies (‘90° is naar het oosten, 180° is naar het zuiden’) of kwam vól in actie. “Bij het brassen van de zeilen sta je met vier of vijf man aan een lijn te trekken. Dat is enorm zwaar. Of je gaat zeilen opdoeken op de ra (dwarshout). Best een beetje link, maar ik hou wel van wat actie. Ik heb ook weleens zeilen hersteld. Zo kwam mijn modeverleden nog goed van pas. Hoewel je alsmaar bezig bent en het best spannend kan zijn, word je heel relaxed.”

Thuishaven in Scheveningen

De bark Europa is een groot zeegaand zeilschip van 56 meter lang en heeft zijn thuishaven in Scheveningen. Regelmatig komen tallships vanuit alle windstreken samen op evenementen in grote havens. Daar zijn ze voor een groot publiek te bewonderen. In juni is dat bij Sail op Scheveningen. De rest van het jaar zeilt de Europa over de Atlantische, Stille en Indische Oceaan naar de meest afgelegen gebieden in de wereld. Als meewerkende gast kun je op verschillende plekken opstappen en meevaren voor de duur van negen dagen tot drie maanden.

Zeeziekte hoort erbij

Van 8 februari tot 31 maart zette het schip koers van Ushuaia in Argentinië (de zuidelijkste stad ter wereld) naar Antarctica, en via het vrijwel onbewoonde Zuid-Georgia en het vulkanisch eiland Tristan da Cunha naar Kaapstad, Zuid-Afrika.
Frank: “Aan het begin van deze reis wordt 60 tot 70 procent van de meezeilers zeeziek. Berucht is het stuk over de Drake Passage, de oversteek van vier dagen van Argentinië naar de Zuidelijke Shetlandeilanden. Daar stormt het áltijd, de zee klotst er extreem. Dat komt door de combinatie van lagedrukgebieden en stromingen in dat gebied. Je maag moet wennen aan het voortdurend klotsende water, ‘inslingeren’ noemen ze dat. Zeeziek of niet, de mentaliteit aan boord is: niet lullen, maar poetsen. Als het echt niet gaat, dan ga je op bed liggen. Zeeziekte hoort erbij. Na drie dagen kun je er wel weer tegen.”

Tornado van water

Floortje Dessing voer voor haar tv-programma Floortje naar het einde van de wereld ook over de Zuid-Atlantische Oceaan naar Zuid-Georgia. Zij bezocht daar bewoonster Sarah. Frank: “Je beseft niet wat voor reis je moet maken om er te komen. Vanaf Elephanteiland (Antarctica) is het zeven tot acht dagen varen. Floortje voer mee met een Russisch expeditieschip. Voor ons was aan land komen een expeditie op zích. Toen wij in de buurt kwamen, woei er een steenkoude wind uit de richting van het eiland, windkracht 8/9. Het eiland is één grote gletsjer die de wind accelereert. Je zag hoe een tornado van water werd opgeblazen, supermooi! Het waaide te hard om de baai in te varen. We moesten wachten tot de wind afnam. Bijliggen, heet dat. Op de motor, tegen de wind in, voeren we met een gangetje van 1 knoop richting eiland. De zeilen hadden we één voor één gestreken. Ik stond in de luwte van het dekhuis, kop in de zon, de wind joeg voorbij, grote golven rolden onder het schip door. Adembenemend mooi!”

Hachelijke momenten

Tijdens de reis ga je regelmatig voor anker. Met een rubberboot vaar je naar de wal om daar de natuur te bekijken. Frank: ”Op Zuid-Georgia moesten we ruim anderhalf uur lopen om de macaronipinguïns te zien die op een rotsige ontheemde plek leven. ’Bereid je voor op min 10 tot min 20 graden’, zeiden ze van tevoren. Dan vertrek je met vijf lagen op je lichaam en drie lagen over je benen. Je krijgt zelfs een safetydeken mee. Het kan namelijk gebeuren dat de rubberboot niet aan wal kan komen. Bijvoorbeeld door mist, kruiend ijs of hoge golven, en dan wordt het érg koud!”
Op Antarctica werd de terugtocht met rubberboten naar het schip bemoeilijkt door het donker. Frank: ”Na een mooie wandeling zouden we met 10-12 personen tegelijk in Zodiacs opgepikt worden. Maar na het eerste tochtje – het schemerde al en we stonden met 40 man te wachten – zagen we niet meer waar de boten kwamen aanvaren. De Europa zelf was ook verduisterd. Dat is voor de veiligheid van vogels, die anders op het licht afkomen en op het schip knallen. Seinend met de zaklampen van onze telefoons hebben we elkaar weten te vinden. Dat was wel even spannend.”

Niet voor watjes

Als gast hoef je geen zeilervaring te hebben. Om deel te nemen aan een reis als deze moet je vooral fit en gezond zijn. Je kunt bij calamiteiten niet zomaar van het schip af, ook niet als je een been breekt of een hartaanval krijgt. Frank: “Een helikopter heeft een te kleine actieradius. Je bent vaak 150 tot 300 kilometer uit de kust. Zo ver buitengaats kan een helikopter niet komen.”
Doorzettingsvermogen is ook een nuttige eigenschap aan boord. Frank: “Als je op zo’n varend eiland overgeleverd bent aan de elementen, moet je een beetje een piratenmentaliteit hebben. Je moet aanpakken en doorgaan. Ook als je iemand niet zo leuk vindt of als je het moeilijk hebt, je moet het met elkaar doen. Sommige mensen komen zichzelf tegen, voelen zich ontheemd. Je bent ver weg van de bewoonde wereld en ziet dagenlang alleen maar water om je heen, daar moet je tegenkunnen. Langer dan drie maanden moet je niet op een schip verblijven, dan vervreemd je van de wereld. Overigens is op de Europa alle comfort aanwezig. Er wordt voor je gekookt en je hut, met een lekker bed en warme kleding, is binnen handbereik.”

Internationaal

Mensen van alle leeftijden stappen bij de Europa aan boord: 17-jarigen die nog nooit hebben gevaren tot ervaren zeilers van in de 70. Het gezelschap is internationaal, de voertaal is Engels. Frank: “We hadden een 21-jarige in de groep die een sabbatical van een jaar had. Een paar anderen hadden twee maanden vrij genomen voor deze reis. Met sommige gasten bouw je een vriendschap op, maar omdat iedereen verspreid over de wereld woont, is contact houden wel lastig en het is voor mij niet het belangrijkste.” Frank kijkt terug op weer een onvergetelijke ontdekkingsreis. Zeker niet zijn laatste. “Dat in die gierende ijskou zóveel leven is, dat is onvoorstelbaar. De oceaan is zo onmetelijk groot, de luchten zo mooi en de kleuren niet te beschrijven. Daar krijg ik nooit genoeg van.“

Meer lezen?

©Monique Linnemann Taal & Tekst