‘Hashtagpuzzel’
Ze vinden me grappig, op Twitter. Ik sta er nog een beetje versteld van. ‘Tweet. Dit is mijn eerste tweet’, twitterde ik aarzelend. Die vond ik zelf ook wel leuk. Maar ik had geen idee waar ik aan begon. Laat staan dat ik dacht dat mijn aanhang zou groeien door wat ik via hashtags (#), retweets (RT) en steeds meer eigen krabbels de wereld ingooi. Op de gemeentelijke nieuwjaarsreceptie werd zelfs reclame voor me gemaakt. ‘Ik moest gevolgd worden…’ Leuk!! Terwijl ik er volgens mij een potje van maak: de hashtags (om te zoeken op trefwoorden) oneigenlijk gebruik en de etiquette (wanneer terugvolgen, blokkeren etc.) nog niet ken. Maar ik vind het heerlijk, dat gekwetter. Antwoord geven op de vraag ‘wat houdt je bezig?’ (de hulpvraag in het vakje waarin je 140 tekens mag tikken), dat kan ik wel. Bovendien ben ík het dan kwijt en een ander ‘luistert’. Wat wil je nog meer?
Maar ik had één kritische volger. Hij kon het als vriend met goed fatsoen niet maken om me te ontvolgen, maar ánders…? Subtiel tipte hij dat tweets ‘wellicht ergens over moeten gaan’. Zeker als je je profileert als journalist voor het AD. Hm. Ik was er al bang voor toen een aantal lokale politici de achtervolging inzetten. Zij zouden bedrogen uitkomen, dacht ik. Mijn tweets hadden soms een ‘hoog huisvrouwengehalte’, zei die vriend in kwestie. Maar goed, stofzuigen moet in het echte leven wél gebeuren. En als je dan toch bezig bent, waarom dan niet twitterend het aantal afgelegde meters inschatten? Wordt het toch nog een leuk tijdverdrijf! Te simpel? Ik besloot van niet. Het zijn míjn kronkels; een ander mag die aan- of uitzetten. Nu blijkt dat mensen – politici zijn ook mensen – graag met me meekronkelen en met plezier de ‘hashtagpuzzel’ doen: #waarmoetikdespatieslezendieachterdehashtagnietthuishoren? Geinig toch! Daarom nu ook maar gewoon een blogje. Omdat het allemaal niet zo ingewikkeld hoeft.
©Monique Linnemann Taal & Tekst